Statuten

HERZIENE STATUTEN VAN EEN KRINGVERENIGING VAN DE KONINKLIJKE NEDERLANDSE HIPPISCHE SPORTFEDERATIE, concept versie 29 december

Inhoudsopgave

Artikel 1: Definities
Artikel 2: Naam en zetel
Artikel 3: Doel
Artikel 4: Organen
Artikel 5: Organisatie van de kringvereniging in relatie met de KNHS
Artikel 6: Taken kringvereniging binnen de Regio
Artikel 7: Leden
Artikel 8: Algemene rechten en verplichtingen
Artikel 9: Einde lidmaatschap
Artikel 10: Het kringbestuur – benoeming, schorsing, ontslag en onverenigbaarheden
Artikel 11: Taak en bevoegdheden kringbestuur
Artikel 12: Vertegenwoordiging
Artikel 13: Commissies
Artikel 14: Kringvergadering
Artikel 15: Bijeenroeping kringvergadering
Artikel 16: Toegang kringvergadering
Artikel 17: Agenda
Artikel 18: Besluiten
Artikel 19: Nietigheid en vernietigbaarheid van besluiten
Artikel 20: Boekhouding en financiën
Artikel 21: Rekening en verantwoording
Artikel 22: Reglementen en uitvoeringsbesluiten
Artikel 23: Wijziging van statuten
Artikel 24: Ontbinding en vereffening

Hoofdstuk I Algemene bepalingen

Artikel 1 – Definities

In deze statuten wordt verstaan onder:

    • Algemeen Directeur: de Algemeen Directeur van de KNHS;
    • Algemeen Reglement: het Algemeen Reglement van de KNHS;
    • FEI: Fédération Equestre Internationale, de internationale overkoepelende paardensportorganisatie waarvan de KNHS lid is;
    • Forum: een overlegorgaan voor elke discipline in de paardensport, waarvan de taken in het Algemeen Reglement staan omschreven;
    • Kascommissie: de commissie die wordt benoemd door de Kringvergadering en die belast is met de controle van de kas;
    • KNHS: de Koninklijke Nederlandse Hippische Sportfederatie;
    • KNHS-bestuur: het bestuur van de KNHS;
    • Kring/Kringvereniging: een vereniging met volledige rechtsbevoegdheid in een door de Regio bepaald geografisch gebied, die lid is van de KNHS. Een Kringvereniging is geen lid van de Regio en kan geen stemrecht uitoefenen binnen de Regio;
    • Ledenraad: de algemene vergadering van de KNHS in de zin van de wet;
    • Lid: een lid van de Kring, zijnde een Lokale Vereniging;
    • Lidvereniging: een Nationale vereniging, een Lokale vereniging, een Regio, een Kring, een Mendistrict, een Menvereniging of een voltigevereniging;
    • Lokale Vereniging: een Lidvereniging (niet zijnde een Nationale vereniging), Menvereniging, voltigevereniging of Kring, waarvan de leden in het aan een Kring toegewezen gebied de hippische sport beoefenen;
    • Mendistrict: een vereniging met volledige rechtsbevoegdheid die lid is van de KNHS en de Mensport vertegenwoordigt. De Mensport binnen de KNHS is onderverdeeld in mendistricten;
    • Mensport: het recreatief rijden met of in georganiseerd wedstrijdverband uitbrengen van aangespannen paarden met uitzondering van de aangespannen sport;
    • Menvereniging: een Lokale vereniging, waarvan de leden in een deel van het Mendistrict de Mensport beoefenen, met uitzondering van de aangespannen sport;
    • Officiële Mededelingen: de door het KNHS-bestuur aangewezen communicatiemiddelen waarin alle officiële mededelingen van de KNHS, de FEI, het KNHS-bestuur alsmede van organen, commissies en de Algemeen Directeur van de KNHS worden gepubliceerd;
    • Orgaan: de organen zoals genoemd in artikel 4 van deze Statuten;
    • Raad van Appèl: de raad van appel die is ingesteld door en functioneert onder verantwoordelijkheid van de KNHS;
    • Regio: Een Regio is een vereniging met volledige rechtsbevoegdheid die lid is van de KNHS en werkzaam is in een vastgesteld geografisch gebied;
    • Regiobestuur: het bestuur van de Regio;
    • Schriftelijk: bij brief, telefax of email of bij boodschap die via een ander gangbaar communicatiemiddel wordt overgebracht en op schrift kan worden ontvangen, mits de identiteit van de verzender met afdoende zekerheid kan worden vastgesteld;
    • Statuten: de statuten van de kringvereniging zoals deze nu of in de toekomst zullen luiden;
    • Statuten KNHS: de statuten van de KNHS zoals deze nu of in de toekomst zullen luiden;
    • Stembureau: een commissie bestaande uit drie leden, die geen kringbestuurders zijn, die de geldigheid van de uitgebrachte stemmen onderzoekt, controleert of een stemgerechtigde niet op meer dan één wijze zijn stem heeft uitgebracht, de stemmen telt, de uitslag berekent en daarvan mededeling doet;
    • Stemgerechtigd Vertegenwoordiger: een door een Lokale Vereniging benoemde vertegenwoordiger die namens de betreffende Lokale Vereniging een stem in de Kringvergadering mag uitbrengen;
    • Tuchtcollege: het college dat is ingesteld door en functioneert onder verantwoordelijkheid van de KNHS;
    • Tuchtreglement: het tuchtreglement van de KNHS zoals dat nu of in de toekomst zal luiden;
    • Verenigingslid: een natuurlijk persoon, lid van een Nationale vereniging, een Menvereniging of een Lokale Vereniging; Woorden die het enkelvoud aangeven zullen tevens het meervoud omvatten en omgekeerd.

Artikel 2 – Naam en zetel

  1. De Kringvereniging draagt de naam: KNHS Kring ………. [aanduiding geografische ligging].
  2. De Kringvereniging is gevestigd te + (naam vestigingsplaats).

Artikel 3 – Doel

  1. De Kringvereniging stelt zich ten doel:
    a. het zijn van een Kringvereniging van de KNHS door het verkrijgen en behouden van het lidmaatschap van de KNHS;
    b. het verrichten van die taken en werkzaamheden, alsmede het uitoefenen van die
    bevoegdheden welke de Kring krachtens de Statuten en reglementen van de KNHS, of door besluiten van organen van de KNHS en /of de Regio worden opgedragen;
    c. het bevorderen van de paarden- en ponysport in de kring zowel recreatief als in wedstrijdverband;
    d. het (doen) organiseren van wedstrijden, zoals selectiewedstrijden en kring kampioenschappen en recreatieve paardensportactiviteiten in kringverband, op zodanige wijze dat de gezondheid en het welzijn van een paard of pony daardoor niet
    worden geschaad.
  2. De Kring houdt zich aan de algemene regels en voorschriften van de KNHS en van de
    Regio, een en ander met inachtneming van het bepaalde in artikel 5 lid 2. De Kring zal haar doelstelling realiseren door nauwe samenwerking met de Regio waaronder zij ressorteert,
    met andere kringen in de desbetreffende Regio en de Lokale Verenigingen en andere
    Lidverenigingen van de KNHS.

Hoofdstuk II ORGANEN

Artikel 4- Organen

De Kringvereniging kent de volgende organen:
a. het kringbestuur;
b. de kringvergadering;
c. indien en voor zover op grond van de Statuten door de kringvergadering en/of kringbestuur personen of commissies zijn belast met een nader omschreven taak en aan hen daarbij beslissingsbevoegdheid is toegekend: de betreffende personen en commissies.

Hoofdstuk III Relatie tussen kringvereniging en Regio

Artikel 5 – Organisatie van de Kringvereniging in relatie met de Regio

  1. Een kringvereniging is een vereniging met volledige rechtsbevoegdheid, die lid is van de KNHS.
  2. Het Regiobestuur kan besluiten om kringen onder haar te laten ressorteren. Deze zijn alsdan organisatorische eenheden van de Regio en van de KNHS.
  3. Het kringbestuur is voor de door het Regiobestuur gedelegeerde taken en bevoegdheden verantwoording verschuldigd aan het Regiobestuur.
  4. Het kringbestuur stemt haar beleid af op het in de KNHS gevoerde en voorgenomen beleid.
  5. Het kringbestuur en de kringvergadering zullen geen besluiten nemen die in strijd zijn met het in lid 4 bedoelde beleid noch met de statuten, reglementen en besluiten van organen en commissies van de KNHS.
  6. Het kringbestuur en de kringvergadering kunnen zich doen bijstaan door commissies.

Artikel 6. – Taken Kringvereniging

  1. Een Kringvereniging voert taken uit welke door het Regiobestuur zijn opgedragen.
  2. Een Kringvereniging heeft onder meer tot taak:
    a. het vaststellen van de kringwedstrijdkalender;
    b. het indien wenselijk (doen) organiseren van kringkampioenschappen;
    c. het stimuleren en (doen) verrichten van activiteiten in de kring;
    d. het uitvoeren van taken en bevoegdheden op grond van de Statuten, het Algemeen Reglement en andere reglementen en hetgeen daarmee verband houdt en uit voortvloeit.
  3. De kringvergadering kan voor de eigen kringvereniging nog andere taken vaststellen, mits die taken niet in strijd zijn met de statuten, reglementen en besluiten van de KNHS en van de Regio en de Regio voorafgaand schriftelijk heeft ingestemd met bedoelde taken.

Hoofdstuk IV Lidmaatschap Kringvereniging

Artikel 7 – Leden

  1. Leden van de Kringvereniging zijn de aan haar door het Regiobestuur toegewezen Lokale Verenigingen in een bepaald geografisch gebied.
  2. Om toegelaten te kunnen worden tot het lidmaatschap van een Kringvereniging dient de Lokale Vereniging zich tevens voor de duur van het lidmaatschap te onderwerpen aan de statuten, reglementen en besluiten van organen en commissies van de KNHS.
  3. Leden van de Kringvereniging kunnen alleen zij zijn, die tevens lid worden en zijn van de KNHS, zulks voor de duur van hun lidmaatschap van de Kringvereniging.
  4. Het kringbestuur laat een register van Leden bijhouden. In het register worden alleen die gegevens bijgehouden welke voor het realiseren van het doel van de Kringvereniging noodzakelijk zijn.

Artikel 8 – Algemene rechten en verplichtingen

  1. Leden zijn verplicht:
    a. de statuten KNHS, de statuten van de Regio, reglementen, wedstrijdbepalingen daaronder begrepen, van de KNHS en de besluiten van organen en commissies van de KNHS na te leven;
    b. de statuten, reglementen en besluiten van de FEI na te leven;
    c. de statuten en reglementen van de Kringvereniging en de besluiten van organen van de Kringvereniging na te leven;
    d. de belangen van de Kringvereniging en/of van de paarden- en ponysport in het algemeen te bevorderen en deze niet te schaden;
    e. alle overige verplichtingen die uit het lidmaatschap van de Kringvereniging
    voortvloeien, te aanvaarden en na te komen.
  2. Een Lid is verplicht in hun statuten een bepaling op te nemen op grond waarvan de statuten, reglementen en besluiten van zowel de KNHS als van de Regio van toepassing zijn op die vereniging en haar leden en op grond waarvan haar leden verplicht zijn te handelen in overeenstemming met de statuten, reglementen en besluiten van de KNHS en van de Regio.
  3. Behalve in deze statuten kunnen aan de Leden verplichtingen worden opgelegd bij reglement of bij besluit van een orgaan van de Kringvereniging.
  4. De Kring kan ten behoeve van de Leden rechten bedingen. Tenzij een Lid zich daartegen verzet, kan de Kringvereniging voor een Lid nakoming van bedongen rechten en schadevergoeding vorderen.
  5. Indien een Lid niet tijdig aan zijn financiële verplichtingen tegenover de Kring heeft voldaan,
    is het Lid vanaf de vervaldatum over het verschuldigde bedrag de wettelijke rente verschuldigd. Blijft het Lid geheel of gedeeltelijk in gebreke nadat het Lid een nieuwe termijn voor betaling is gegund, dan is het desbetreffende Lid behalve de wettelijke rente ook tien procent aan buitengerechtelijke kosten over het oorspronkelijke bedrag verschuldigd. Volhardt het Lid in diens verzuim, dan is het Lid naast de wettelijke rente en
    buitengerechtelijke kosten ook alle redelijkerwijs voor de inning van zijn schuld aan de Kringvereniging door een advocaat of deurwaarder gemaakte kosten verschuldigd, tenzij de rechter anders beslist.

Artikel 9 – Einde lidmaatschap

  1. Het lidmaatschap van de Kringvereniging eindigt door:
    a. opzegging door de Kringvereniging of royement;
    b. opzegging door een Lid;
  2. Opzegging door de Kringvereniging geschiedt door het kringbestuur. Opzegging door de Kring kan geschieden wanneer:
    a. het Lid zijn verplichtingen tegenover de Kringvereniging niet of niet tijdig nakomt, waaronder begrepen het niet nakomen van financiële verplichtingen tegenover de Kringvereniging;
    b. het Lid de belangen van de Kring of van de paarden- of ponysport in het algemeen schaadt;
    c. het Lid niet voldoet aan de vereisten die de Statuten voor het lidmaatschap stellen, waaronder nadrukkelijk begrepen het niet langer zijn van lid van de KNHS. Voorts kan de Kringvereniging het lidmaatschap met onmiddellijke ingang door opzegging doen beëindigen indien redelijkerwijs van de Kringvereniging niet kan worden verlangd het lidmaatschap te laten voortduren.
  3. Elke opzegging door een Lid dient tegen het einde van het boekjaar te geschieden met inachtneming van een opzeggingstermijn van zes weken, tenzij het kringbestuur anders besluit. Is niet tijdig opgezegd, dan geldt de opzegging tegen het einde van het daaropvolgende boekjaar. Is ten onrechte met onmiddellijke ingang opgezegd, dan eindigt het lidmaatschap op het vroegst toegelaten tijdstip volgend op de datum waartegen was opgezegd. Zolang het lidmaatschap niet is beëindigd, behoudt het Lid zijn rechten en moet
    het zijn verplichtingen nakomen.
  4. Royement (ontzetting) kan alleen worden uitgesproken door het Tuchtcollege en in beroep door de Raad van Appèl wanneer een Lid in ernstige mate in strijd handelt met de Statuten, reglementen of besluiten van de Kring of de Kring op onredelijke wijze benadeelt.
    Het besluit tot royement wordt het Lid zo spoedig mogelijk schriftelijk meegedeeld. Het Lid kan binnen een maand na ontvangst van die mededeling in beroep gaan bij de Raad van Appèl van de KNHS. Gedurende de beroepstermijn en hangende het beroep is het Lid geschorst. Tijdens zijn schorsing is het Lid gehouden zijn verplichtingen na te komen en worden zijn rechten opgeschort, met uitzondering van de rechten die hem in het Tuchtreglement zijn toegekend.
  5. Behalve in geval van royement, blijft een Lid dat heeft opgezegd nog Lid zolang hij niet heeft voldaan aan zijn financiële verplichtingen tegenover de Kringvereniging, of zolang een aangelegenheid waarbij hij is betrokken niet is afgewikkeld, de tenuitvoerlegging van een opgelegde straf hieronder begrepen. Het Kringbestuur stelt alsdan de datum vast waarop het lidmaatschap eindigt.
  6. Op het moment dat het lidmaatschap van de Kringvereniging is geëindigd eindigt voor het betreffende Lid ook het lidmaatschap van de KNHS.

Artikel 10 – Het Kringbestuur- benoeming, schorsing, ontslag en onverenigbaarheden

  1. De Kringvereniging wordt geleid door een bestuur dat uit minimaal vijf personen bestaat.
    Het aantal bestuursleden wordt door de algemene ledenvergadering (kringvergadering) bepaald. Binnen het bestuur zullen in ieder geval de functie van voorzitter, secretaris en penningmeester worden uitgeoefend. De functies van secretaris en penningmeester mogen gecombineerd worden. De voorzitter wordt in ieder geval door de kringvergadering in functie benoemd. De overige functies worden binnen het kringbestuur verdeeld.
  2. De bestuursleden worden tijdens de kringvergadering benoemd uit de leden van de Lokale Verenigingen en uit de kandidaten zoals deze met inachtneming van het volgende zijn gesteld:
    a. er kunnen door het Kringbestuur of door ten minste drie Lokale Verenigingen
    gezamenlijk schriftelijk kandidaten worden voorgedragen voor elke vacature afzonderlijk waarop de naam of namen van de kandidaten voor die vacature zijn vermeld. Kandidaten kunnen worden gesteld tot vier weken voor de dag van de Kringvergadering waarin de benoeming aan de orde komt. Het Kringbestuur dient acht weken voor de datum van de Kringvergadering bekend te maken dat en voor welke functies kandidaten kunnen worden gesteld;
    b. het Kringbestuur dient de namen van de gestelde kandidaten voorts bekend te maken bij de agenda voor de Kringvergadering waarin de benoeming aan de orde komt;
    c. Stemming over benoeming van Kringbestuurders vindt zowel plaats indien er meer kandidaten zijn voor een vacature in het Kringbestuur alsook indien er evenveel kandidaten als vacatures zijn.
    Het kringbestuur kan ook voor hun verkiezing besluiten tot de mogelijkheid van stemming voorafgaand aan de algemene ledenvergadering via een elektronisch communicatiemiddel, in welk geval deze stemmen gelijk worden gesteld met stemmen die ten tijde van de vergadering zijn uitgebracht.
  3. De bestuursleden worden benoemd voor de duur van maximaal drie jaar en kunnen tweemaal aansluitend voor een periode van maximaal drie jaar worden herbenoemd. Na drie aaneengesloten perioden van drie jaar kan de desbetreffende Kringbestuurder een daaropvolgende periode van drie jaar niet worden benoemd als Kringbestuurder. Een tussentijdse functiewijziging binnen het Kringbestuur heeft geen invloed op de lengte van de genoemde zittingsduur.
  4. Bestuurders treden de dag na hun benoeming in functie en treden af aan het eind van de kringvergadering, waarin de duur van hun benoeming eindigt. In een tussentijdse vacature wordt zo mogelijk op de eerstvolgende kringvergadering voorzien.
  5. Een bestuurslid kan, ook al is hij voor bepaalde tijd benoemd, te allen tijde met een meerderheid van ten minste twee derde van de geldig uitgebrachte stemmen door de algemene vergadering worden ontslagen of geschorst. Behalve wanneer de schorsing
    eindigt door een besluit tot ontslag, eindigt de schorsing door een tijdsverloop van drie maanden of eerder door een besluit tot opheffing van de schorsing.
  6. Het lidmaatschap van het kringbestuur eindigt door overlijden, ontslag, bedanken en door het verstrijken van de duur van de (her)benoeming. Voorts eindigt het lidmaatschap van het Kringbestuur door indiensttreding bij de KNHS-werkorganisatie (werknemer KNHS), het KNHS-bestuur, tot lid van het Tuchtcollege of van de Raad van Appèl of door benoeming tot Stemgerechtigd Vertegenwoordiger.
  7. Het lidmaatschap van het kringbestuur is onverenigbaar met:
    a. het lidmaatschap van het Tuchtcollege;
    b. het lidmaatschap van de Raad van Appèl;
    c. het lidmaatschap van de technische commissie als bedoeld in het Algemeen Reglement;
    d. het zijn van onafhankelijk voorzitter van een Forum;
    e. het zijn van werknemer van de KNHS.

Artikel 11 – Taken en bevoegdheden kringbestuur

  1. Het kringbestuur is belast met het besturen van de Kringvereniging.
  2. Een kringbestuur heeft die taken en bevoegdheden die aan het kringbestuur in statuten en reglementen zijn toegekend, alsmede die taken en bevoegdheden die krachtens besluiten van de kringvergadering aan het kringbestuur zijn toegekend. Een en ander voor zover deze besluiten niet in strijd zijn met de in de statuten en reglementen toegekende taken en bevoegdheden.
  3. Ieder bestuurslid is tegenover de Kringvereniging gehouden tot een behoorlijke vervulling van zijn taak. Indien het een aangelegenheid betrdie tot de werkkring van twee of meer bestuursleden behoort, is ieder van hen voor het geheel aansprakelijk ter zake van een tekortkoming, tenzij deze niet aan hem te wijten is en hij niet nalatig is geweest in het treffen van maatregelen om de gevolgen daarvan af te wenden.
  4. Het kringbestuur kan met behoud van zijn verantwoordelijkheid bepaalde onderdelen van zijn taken door een onder de kring ressorterend bestuur van een Lokale Vereniging, dan wel door commissies of personen doen uitvoeren.
  5. Indien het aantal kringbestuurders beneden de vijf is gedaald, blijft het kringbestuur bevoegd. Het is echter verplicht zo spoedig mogelijk een vergadering van de kringvergadering bijeen te roepen om in de vacatures te voorzien.
  6. Het kringbestuur ziet in haar Kring toe op de naleving van de Statuten en reglementen van zowel de Kringvereniging als van de Regio, alsmede op door de Kringvereniging of door de Regio genomen besluiten.
  7. Het Kringbestuur is slechts bevoegd te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten tot verkrijging, vervreemding of bezwaring van registergoederen en tot het aangaan van overeenkomsten waarbij de Kringvereniging zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidstelling voor een schuld van een ander verbindt na daartoe de voorafgaande schriftelijke goedkeuring van het KNHS- bestuur te hebben verkregen.

Artikel 12 – Vertegenwoordiging

  1. Het kringbestuur vertegenwoordigt de Kringvereniging.
  2. De Kringvereniging wordt voorts vertegenwoordigd door twee gezamenlijk handelende kringbestuurders.
  3. Het kringbestuur of de twee gezamenlijk handelende kringbestuursleden kunnen een Lid of een derde schriftelijk machtigen om de Kringvereniging te vertegenwoordigen in de gevallen en onder de voorwaarden die uit de verstrekte volmacht blijken. In de volmacht
    kan de vertegenwoordigingsbevoegdheid naar aard en omvang worden beperkt en/of aan voorwaarden worden gebonden.
  4. De vertegenwoordigingsbevoegdheid van het kringbestuur en van de twee gezamenlijk handelende kringbestuursleden kan niet worden beperkt of aan voorwaarden worden gebonden. De vertegenwoordigingsbevoegdheid van personen aan wie een volmacht is verleend kan in die volmacht naar aard en omvang worden beperkt en/of aan voorwaarden worden gebonden.
  5. Personen aan wie op grond van hetzij deze Statuten, hetzij een volmacht vertegenwoordigingsbevoegdheid is verleend, oefenen die bevoegdheid niet uit dan nadat hiertoe door het kringbestuur een bestuursbesluit is genomen, waarbij tot het aangaan van de desbetreffende rechtshandeling is besloten.

Hoofdstuk V. Commissies

Artikel 13 – Commissies

  1. Het kringbestuur en de kringvergadering kunnen zich doen bijstaan door commissies.
  2. Het kringbestuur en de kringvergadering zijn bevoegd permanente en tijdelijke commissies in te stellen. Tenzij zulks al bij reglement is vastgelegd, wordt de samenstelling van iedere commissie, de naamgeving, de wijze waarop diens leden worden benoemd en ontslagen,
    de taken van de betreffende commissie alsmede de wijze van besluitvorming binnen deze commissie geregeld door het Orgaan dat tot instelling van de betreffende commissie heeft besloten.
  3. Een commissie is verantwoording verschuldigd aan het Orgaan dat haar heeft ingesteld.
  4. De leden van een permanente commissie worden telkens benoemd voor de duur van maximaal drie jaar en kunnen aansluitend tweemaal voor eenzelfde periode worden herbenoemd. De leden van een tijdelijke commissie worden benoemd voor de duur van de aan de commissie verstrekte opdracht.
  5. Tenzij anders is bepaald of besloten, wordt de voorzitter van een commissie in functie benoemd. De leden van een commissie verdelen in onderling overleg de overige functies.

Hoofdstuk VI. Kringvergadering

Artikel 14 – Kringvergadering

  1. Aan de kringvergadering komen alle bevoegdheden toe die niet door de wet of de Statuten aan andere organen zijn opgedragen.
  2. De voorzitter van het kringbestuur leidt de kringvergaderingen.
  3. Ieder stemgerechtigd vertegenwoordiger van een Lid heeft daarin een stem naar rato van het aantal leden dat door hem vertegenwoordigd wordt en wel conform de volgende staffel. Hij brengt namens zijn lokale vereniging één (1) stem uit, alsmede één (1) stem voor elke twintig (20) leden of een gedeelte daarvan. Het aantal leden van elke vereniging wordt jaarlijks bepaald op 1 juni. Geschorste leden kunnen geen stem uitbrengen.
  4. Een Lokale Vereniging kan niet worden vertegenwoordigd door verenigingslid dat is geschorst door de Kring en/of Regio en/of de KNHS.
  5. Van het verhandelde tijdens de kringvergadering wordt door een door het kringbestuur aangewezen persoon notulen gemaakt, die op de volgende kringvergadering worden vastgesteld door de kringvergadering en ten bewijze daarvan door de voorzitter van het kringbestuur worden ondertekend.

Artikel 15 – Bijeenroeping kringvergadering

  1. Jaarlijks worden ten minste twee kringvergaderingen gehouden:
    a. de voorjaarsvergadering welke uiterlijk vijftien juni wordt gehouden;
    b. de najaarsvergadering welke uiterlijk één december wordt gehouden;
    Een buitengewone kringvergadering wordt gehouden indien en zo vaak het kringbestuur dit nodig acht.
  2. De datum van de kringvergaderingen wordt minimaal acht weken voor de desbetreffende kringvergadering bekend gemaakt door een mededeling in de Officiële Mededelingen en op de website van de kringvereniging en/of door een Schriftelijke uitnodiging aan de Leden. De bijeenroeping, door middel van verzending van de agenda, vindt uiterlijk twee weken voor de dag van de kringvergadering plaats en gebeurt door een mededeling in de Officiële Mededelingen en op de website van de kringvereniging en/of door een Schriftelijke uitnodiging aan de Leden.
  3. De termijn van bekendmaking van de datum van de kringvergadering bedraagt ten minste acht weken. Het kringbestuur kan in bijzondere gevallen de termijn van oproeping bekorten.
  4. Het kringbestuur is verplicht tot het bijeenroepen van een kringvergadering binnen vier weken na indiening van het verzoek daartoe, op verzoek zoveel Leden als bevoegd zijn tot het doen uitbrengen van een tiende gedeelte van de stemmen in de kringvergadering het
    kringbestuur daarom verzoeken.
    Een dergelijk verzoek bevat een opgave van het te behandelen onderwerp, voorzien van een toelichting.
    Indien het kringbestuur niet binnen vier weken aan het verzoek gevolg heeft gegeven door binnen vier weken een kringvergadering bijeen te
    roepen, kunnen de verzoekers zelf tot die bijeenroeping overgaan op de wijze waarop het kringbestuur de kringvergadering bijeenroept of bij advertentie in een regionaal veelgelezen dagblad. De verzoekers kunnen alsdan anderen dan leden van het kringbestuur belasten met de leiding van de kringvergadering en het opstellen van de notulen.

Artikel 16 – Toegang kringvergadering

  1. Toegang tot kringvergadering hebben:
    a. stemgerechtigde vertegenwoordigers;
    b. leden van de Lokale (lid)Verenigingen;
    c. leden van het KNHS-bestuur, de Algemeen Directeur en/of een door hem aangewezen persoon;
    d. Regiobestuurders ;
    e. degenen die door het kringbestuur of de kringvergadering zijn toegelaten.
  2. Geschorste (verenigings)Leden en stemgerechtigd vertegenwoordigers die geschorst zijn hebben geen toegang tot de kringvergadering.
  3. Het is de in lid 1 onder a tot en met d vermelde personen toegestaan aan de beraadslaging deel te nemen. Alleen de onder 1a genoemde personen kunnen deelnemen aan besluitvorming.
  4. De kringvergadering gaat in een besloten vergadering over indien de voorzitter, het kringbestuur of ten minste een vijfde van het aantal aanwezige stemgerechtigde vertegenwoordigers hierom verzoekt. Tot een besloten vergadering hebben toegang alle in lid 1.a. tot en met de vermelde personen.
  5. De kringvergadering beslist in een besloten vergadering of de redenen die tot het aanvragen van een besloten vergadering zijn aangevoerd, een besloten vergadering rechtvaardigen. Is dit niet het geval, dan wordt de vergadering in het openbaar voortgezet.
  6. Over wat in een besloten vergadering is behandeld kan geheimhouding worden opgelegd aan hen die daarbij aanwezig of vertegenwoordigd waren.

Artikel 17 – Agenda

  1. De agenda van de kringvergadering wordt ten minste twee weken voor de dag van de kringvergadering ter kennis van de Leden gebracht door publicatie in de Officiële Mededelingen en op de website van de kring en/of door Schriftelijke uitnodiging aan de Leden.
  2. De agenda van de voorjaarsvergadering bevat in ieder geval:
    a. de notulen van de vorige vergadering van de kringvergadering;
    b. het jaarverslag van het kringbestuur;
    c. het financieel verslag van het kringbestuur;
    d. de verklaring van de Kascommissie;
    e. het vaststellen van de balans en van de staat van baten en lasten over het afgelopen boekjaar;
    f. het voorstel tot het verlenen van decharge aan de kringbestuurders voor het door hen in het afgelopen jaar gevoerde beleid;
    g. de rondvraag.
  3. De agenda van de najaarsvergadering bevat in ieder geval:
    a. de notulen van de vorige vergadering van de kringvergadering;
    b. het vaststellen van het jaarlijkse werkplan;
    c. het vaststellen van de begroting voor het volgend boekjaar;
    d. de rondvraag.
  4. De agenda voor de eventuele buitengewone kringvergaderingen wordt voor elke vergadering door het kringbestuur afzonderlijk vastgesteld.
  5. Uiterlijk vier weken voor de dag van de kringvergadering kunnen ten minste drie stemgerechtigde vertegenwoordigers gezamenlijk voorstellen aan de agenda toevoegen.
  6. Het kringbestuur is verplicht om de in lid 5 bedoelde voorstellen en is bevoegd later ingekomen voorstellen, alsmede eigen voorstellen (alsnog) op de agenda te plaatsen.
  7. De kringvergadering kan geen besluiten nemen over voorstellen die niet in de agenda zijn vermeld, tenzij het besluit eenstemmig wordt genomen in een vergadering waarin alle leden aanwezig en het bestuur vooraf van het besluit kennis heeft kunnen nemen.

Hoofdstuk VI. Besluitvorming

Artikel 18 – Besluiten

  1. Het in dit artikel bepaalde is van toepassing op alle besluiten die in de Kringvereniging worden genomen door organen of commissies. Lid 8 is alleen van toepassing op de besluitvorming in de kringvergadering.
  2. De voorzitter van een Orgaan of een commissie leidt de vergadering. De voorzitter stelt daarin de orde van de vergadering vast, behoudens het recht van de vergadering daarin wijziging te brengen.
  3. Tenzij in de Statuten of in een reglement anders is bepaald, worden besluiten in vergaderingen genomen met een gewone meerderheid van de uitgebrachte stemmen.
    Onder meerderheid wordt verstaan meer dan de helft van de door stemgerechtigde Leden uitgebrachte stemmen, zo nodig door afronding naar boven. Indien stemmen staken is geen meerderheid behaald.
  4. Ongeldige stemmen zijn stemmen uitgebracht namens een geschorst (verenigings) lid en wanneer schriftelijk is gestemd voorts blanco stemmen en stemmen die een andere aanduiding bevatten dan voor de desbetreffende stemming noodzakelijk is.
  5. Ieder Lid brengt in de desbetreffende vergadering zijn stem uit met inachtneming van de staffel zoals neergelegd in artikel 14 lid 3 van deze Statuten. Ieder Lid kan één ander stemgerechtigd Lid in het betreffende Orgaan of in de betreffende commissie schriftelijk een volmacht verlenen namens hem in een vergadering zijn stem uit te brengen. Een stemgerechtigd Lid kan slechts door één ander stemgerechtigd Lid worden gemachtigd.
  6. De stemming over personen gebeurt schriftelijk met gesloten stembriefjes. De stemming over zaken gebeurt hoofdelijk door handopsteken of bij acclamatie. In beide gevallen kan
    de vergadering tot een andere dan de voorgeschreven wijze van stemmen besluiten. In elk geval wordt schriftelijk gestemd indien een stemgerechtigde een schriftelijke stemming verlangt.
  7. Indien bij de benoeming van een persoon twee of meer kandidaten zijn gesteld voor één vacature, wordt de navolgende stemprocedure gevolgd:
    7.1. Eerste stemming. Tijdens de eerste stemming wordt het besluit tot benoeming
    genomen met een meerderheid van ten minste twee derde van de uitgebrachte stemmen. Indien bij de eerste stemming niet minimaal een meerderheid van twee derde wordt verkregen, dan wordt een tweede stemming gehouden.
    7.2. Tweede stemming. Bij de tweede stemming wordt het besluit tot benoeming met volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen genomen. Indien bij de tweede stemming geen volstrekte meerderheid wordt verkregen, dan zal een derde stemming plaatshebben.
    7.3. Derde stemming. Bij de derde stemming wordt gestemd tussen de twee personen, die de meeste stemmen op zich verenigden, bij welke derde stemming het besluit tot benoeming kan worden genomen met volstrekte meerderheid van de uitgebrachte
    stemmen. Komen door gelijkheid van het aantal verworven stemmen meer dan twee personen voor de derde stemming in aanmerking, dan wordt eerst een tussenstemming gehouden.
    7.4. Tussenstemming. Bij de tussenstemming wordt beslist welke twee personen in de derde stemming zullen komen, respectievelijk wie met de persoon, op wie het hoogste aantal stemmen is uitgebracht, in de derde stemming zal worden opgenomen.
    7.5. Staking van stemmen bij derde stemming en tussenstemming. Indien bij de tussenstemming of bij de derde stemming de stemmen staken, komt geen besluit tot stand.
  8. Bij een schriftelijke stemming benoemt de voorzitter een stembureau van drie leden, die geen kringbestuurders mogen zijn. Het stembureau onderzoekt de geldigheid van de uitgebrachte stemmen, controleert of een stemgerechtigde niet op meer dan één wijze zijn stem heeft uitgebracht, telt de stemmen, berekent de uitslag en doet daarvan mededeling.
  9. Het door de voorzitter uitgesproken oordeel over de uitslag van een stemming is beslissend. Hetzelfde geldt voor de inhoud van een genomen besluit, voor zover werd gestemd over een niet schriftelijk vastgelegd voorstel. Wordt onmiddellijk na het uitspreken van het oordeel van de voorzitter de juistheid daarvan betwist, dan wordt het te nemen besluit schriftelijk vastgelegd en vindt een nieuwe stemming plaats indien de meerderheid van de vergadering dit verlangt of -wanneer de oorspronkelijke stemming niet hoofdelijk of schriftelijk gebeurde- een stemgerechtigd Lid dit verlangt. Door deze nieuwe stemming vervallen de rechtsgevolgen van de oorspronkelijke stemming.
  10. Stemming over schorsing en ontslag kan uitsluitend in de vergadering plaatsvinden. Blanco stemmen worden geacht niet te zijn uitgebracht.

Artikel 19 – Nietigheid en vernietigbaarheid van besluiten

  1. Een besluit van een Orgaan dat in strijd is met de wet of met de Statuten, is nietig, tenzij uit de wet iets anders voortvloeit. Een nietig besluit mist rechtskracht.
  2. Is een besluit nietig, omdat het is genomen ondanks het ontbreken van een door de wet of
    de Statuten voorgeschreven voorafgaande handeling of mededeling aan een ander dan het
    Orgaan dat het besluit heeft genomen, dan kan het door die ander worden bekrachtigd. Is voor de ontbrekende handeling een vereiste gesteld, dan geldt dat ook voor de bekrachtiging.
  3. Bekrachtiging is niet meer mogelijk na afloop van een redelijke termijn die aan de ander is gesteld door het Orgaan dat het besluit heeft genomen of door de wederpartij tot wie het was gericht.
  4. Een besluit van een Orgaan is, onverminderd het elders in de wet over de mogelijkheid van een vernietiging bepaalde, vernietigbaar:
    a. wegens strijd met wettelijke of statutaire bepalingen die het tot stand komen van het
    besluit regelen;
    b. wegens strijd met de redelijkheid en billijkheid;
    c. wegens strijd met een reglement.
  5. Tot de in lid 4 bedoelde bepalingen behoren niet die welke de voorschriften bevatten, waarop in lid 2 wordt gedoeld.
  6. De bevoegdheid om vernietiging van een besluit te vorderen vervalt een jaar na het einde van de dag, waarop hetzij aan het besluit voldoende bekendheid is gegeven, hetzij een belanghebbende van het besluit kennis heeft genomen of daarvan is verwittigd.
  7. Een besluit dat vernietigbaar is op grond van het bepaalde in lid 4 onder a., kan door een daartoe strekkend besluit worden bevestigd. Voor dit besluit gelden dezelfde vereisten als voor het te bevestigen besluit. Bevestiging is niet mogelijk zodra een vordering tot
    vernietiging aanhangig is. Indien de vordering wordt toegewezen, geldt het vernietigde besluit als opnieuw genomen door het latere besluit, tenzij uit de strekking van dit besluit het tegendeel voortvloeit.

Hoofdstuk VIII. Administratie en financiële verantwoording

Artikel 20 – Boekhouding en financiën

  1. Het boekjaar van de Kringvereniging is gelijk aan het kalenderjaar.
  2. De geldmiddelen van de kringvereniging bestaan uit: bijdragen van de Regio en van de leden, incidentele vergoedingen, entree- en inschrijfgelden en andere inkomsten. Erfenissen kunnen slechts worden aanvaard onder het voorrecht van boedelbeschrijving.
  3. De kringvergadering stelt de bijdragen van de leden vast.

Artikel 21 – Rekening en verantwoording

  1. Het kringbestuur is verplicht van de vermogenstoestand van de kring en van alles betreffende de werkzaamheden van de kring, naar de eisen die voortvloeien uit deze werkzaamheden, op zodanige wijze administratie te voeren en daartoe behorende boeken,
    bescheiden en andere gegevensdragers op zodanige wijze te bewaren dat te allen tijde de rechten en verplichtingen van de kring kunnen worden gekend.
  2. Het kringbestuur legt jaarlijks uiterlijk één december voorafgaande aan het jaar waarop de begroting betrekking heeft een begroting ter goedkeuring voor aan de kringvergadering.
  3. Het kringbestuur is verplicht jaarlijks binnen zes maanden na afloop van het boekjaar de balans en de staat van baten en lasten van de Kringvereniging te maken en op papier te stellen.
  4. Het kringbestuur brengt op een binnen zes maanden na het einde van het boekjaar te houden kringvergadering een jaarverslag uit over de gang van zaken in de Kringvereniging en over het gevoerde beleid. Het legt de balans en staat van baten en lasten met een toelichting ter goedkeuring aan de kringvergadering voor. Deze stukken worden ondertekend door de kringbestuursleden. Heeft een kringbestuurslid de stukken niet ondertekend dan wordt daarvan onder opgave van de redenen melding gemaakt.
  5. De kringvergadering kan de in lid 3 genoemde termijn verlengen door het stellen van een nieuwe termijn. Na afloop van de oorspronkelijke of de verlengde termijn kan ieder lid van de gezamenlijke kringbestuursleden in rechte vorderen dat zij hun verplichtingen nakomen.
  6. De controle op de in lid 3 genoemde stukken geschiedt jaarlijks door een door de kringvergadering benoemde Kascommissie. Het kringbestuur is verplicht de Kascommissie ten behoeve van haar onderzoek alle door haar gevraagde inlichtingen te verschaffen, haar desgewenst de kas en de waarden te tonen en de boeken, bescheiden en andere gegevensdragers van de Kringvereniging voor raadpleging beschikbaar te stellen.
  7. Goedkeuring door de kringvergadering van de balans en de staat van baten en lasten met toelichting gebeurt nadat is kennis genomen van de verklaring van de Kascommissie. Goedkeuring strekt het kringbestuur tot décharge voor alle handelingen die uit die stukken blijken.
  8. De balans en de staat van baten en lasten met toelichting moeten op papier worden gesteld en bewaard. Indien de boekhouding computermatig wordt gevoerd kunnen -met uitzondering van de op papier gestelde balans en de staat van baten en lasten- de op een gegevensdrager aangebrachte gegevens op een andere gegevensdrager worden overgebracht en bewaard. Het overbrengen van de gegevens moet alsdan met juiste en volledige weergave van de gegevens geschieden, terwijl deze gegevens gedurende de volledige bewaartijd beschikbaar moeten zijn en binnen redelijke tijd leesbaar moeten kunnen worden gemaakt.
  9. Het kringbestuur is verplicht de in lid 1 en 3 bedoelde boeken, bescheiden en andere gegevensdragers gedurende zeven jaren te bewaren.
  10. De verplichting tot het bewaren van de boeken, bescheiden en gegevensdragers geldt ook na ontbinding van de Kringvereniging gedurende een termijn van zeven jaren na de datum waarop de Kringvereniging heeft opgehouden te bestaan.

Artikel 22 – Reglementen

  1. De organisatie van de kringvereniging en ook de taken en bevoegdheden van haar organen en commissies kunnen nader worden uitgewerkt in reglementen.
  2. De kringvergadering stelt de reglementen vast en wijzigt deze. Alvorens een door de kringvergadering vastgesteld of gewijzigd reglement in werking kan treden behoeven het reglement en de wijziging de voorafgaande schriftelijke goedkeuring van het KNHS- bestuur. Indien het KNHS-bestuur bedoelde goedkeuring onthoudt, beslist de Ledenraad op verzoek van de meest belanghebbende.
  3. Reglementen worden met een gewone meerderheid vastgesteld en gewijzigd door de kringvergadering. Nieuwe reglementen en wijzigingen in reglementen treden na de in lid 2 verkregen goedkeuring in werking op de door het kringbestuur bepaalde datum, van welke datum het kringbestuur ten minste drie weken voor de datum van inwerkingtreding mededeling in de Officiële Mededelingen en aan de Lokale Verenigingen en hun stemgerechtigde vertegenwoordigers doet, tenzij de kringvergadering tot een kortere
    periode dan drie weken heeft besloten.

Hoofdstuk XIIII. Statutenwijziging en ontbinding

Artikel 23 – Wijziging van statuten

  1. In de Statuten kan geen wijziging worden gebracht dan door een besluit van een kringvergadering, waartoe is opgeroepen met de mededeling dat aldaar wijziging van de Statuten zal worden voorgesteld.
  2. Zij die de oproeping tot de kringvergadering ter behandeling van een voorstel tot statutenwijziging hebben gedaan, moeten uiterlijk drie weken vóór de kringvergadering een voorstel tot statutenwijziging, waarin de voorgestelde wijziging woordelijk is opgenomen, op een daartoe geschikte plaats voor de Leden ter inzage leggen tot na afloop van de dag waarop de kringvergadering wordt gehouden of door publicatie in de Officiële
    Mededelingen kenbaar maken.
  3. Een besluit tot wijziging van de Statuten kan slechts worden genomen met een meerderheid van ten minste twee derden van de geldig uitgebrachte stemmen.
  4. Alvorens een besluit van de kringvergadering tot vaststelling of wijziging van de Statuten in
    werking kan treden behoeven de (gewijzigde) Statuten de voorafgaande schriftelijke goedkeuring van het KNHS-bestuur. Indien het KNHS-bestuur bedoelde goedkeuring onthoudt, beslist de Ledenraad op verzoek van de meest belanghebbende.
  5. Een statutenwijziging treedt eerst in werking, nadat daarvan een notariële akte is opgemaakt.
  6. Tot het doen verlijden van de akte is ieder kringbestuurder bevoegd. Het kringbestuur is verplicht een authentiek afschrift van de wijziging en van de gewijzigde Statuten neer te leggen op het kantoor van het Handelsregister.
  7. Het kringbestuur doet van de datum van inwerkingtreding van de gewijzigde Statuten mededeling aan de Leden in de Officiële Mededelingen.

Artikel 24 – Ontbinding en vereffening

  1. Een besluit tot ontbinding van de Kringvereniging kan alleen worden genomen in een daartoe speciaal te houden kringvergadering. Het bepaalde in het vorige artikel is van overeenkomstige toepassing.
  2. Indien de kringvergadering tot ontbinding van de Kringvereniging heeft besloten, treedt het kringbestuur als vereffenaar op, tenzij de kringvergadering bij het ontbindingsbesluit andere vereffenaars aanwijst. Het besluit tot het benoemen van andere vereffenaars behoeft de voorafgaande goedkeuring van het KNHS-bestuur.
  3. Na de ontbinding blijft de Kringvereniging voortbestaan voor zover dit voor de vereffening van het vermogen nodig is. Gedurende de vereffening blijven de bepalingen van de Statuten voor zoveel mogelijk van kracht. In stukken en aankondigingen die van de Kringvereniging uitgaan, wordt aan de naam toegevoegd “in liquidatie”.
  4. De kringvergadering benoemt een bewaarder die de boeken en bescheiden van de Kringvereniging zal bewaren tot zeven jaar na afloop der vereffening. De kringvergadering kan de bewaarder een bewaarloon toekennen.
  5. Een batig saldo vervalt aan de Regio.